De lente komt er aan, het stadsleven wordt zichtbaarder

Door in Blog op februari 28, 2022

Al zo’n vijftien jaar geleden, startte onder meer Rijnboutt met het schetsen van een stedenbouwkundig plan voor de wijk Zijdebalen in Utrecht. Dit voormalig industrieterrein (waar ooit de zijde-industrie was gevestigd) is een nieuwe woonwijk geworden met een zeer hoge woondichtheid.

En dát is interessant! Er wordt in de wereld van planners en ontwerpers veel gesproken over het verdichten van de stad. Mede als oplossing voor het woningtekort, maar het is ook een manier om een hoge concentratie van mensen te creëren, wat een aangenaam stuk stad kan opleveren met veel voorzieningen in de buurt voor gemengd gebruik op verschillende tijdstippen van de dag.

De in mijn blogs al veel vaker aangehaalde Jane Jacobs, propageerde vurig de noodzaak van diversiteit, gemengd gebruik, kleine woonblokken, het behoud en gebruik van oude gebouwen, en de noodzaak van concentratie in de grote stad.

Stedenbouwkundig bureau Rijnboutt benaderde me vorig jaar rond deze tijd om het gebruik van dit stuk stad in beeld te brengen. Juist nu de wijk al een paar jaar bestaat, de bewoners er zich thuis gaan voelen en het aangeplante groen ook de kans heeft gekregen wortel te schieten.

Dichtheid in beeld
Mooi om te doen, struinen door de straten, open staan voor ontmoetingen, kijken welke plekken inzicht geven in de opbouw van de wijk. Het betekende voor mij ook de aanschaf van een zogenaamde shift-lens. Deze lens maakt het mogelijk om hoge gebouwen van korte afstand, toch recht van voren te fotograferen. Met een normale lens loop je dan eindeloos naar achteren, met als gevolg dat je evenveel ‘straat’ mee pakt als gebouw, wat vaak niet relevant is. Met deze shift-lens schuif je letterlijk de lens iets naar boven, waardoor het deel straat wegvalt en er een deel gebouw/lucht boven bij komt. Enfin, een beetje technisch, maar wel heel waardevol om het unieke van Zijdebalen mooi in beeld te brengen. Immers de gebouwen van zes, zeven, acht hoog, maken deze wijk tot wat zij is: een aangenaam, geconcentreerd en zorgvuldig ontworpen stuk ‘binnenstad’ van Utrecht, zonder deze te imiteren, welke goed aansluit bij de omgeving.

Willem Jan en Adrienne
Van dit ‘stedelijk’ leven moet je trouwens wel houden. Jane Jacobs kan fascinerend schrijven over de stad, er blijft echter een groot deel van de bevolking die hier niks of weinig mee heeft. Dat kun je van Willem Jan en Adrienne niet zeggen. Jarenlang woonden ze in stedelijk Azië op de 23e verdieping, in een stad waar Utrecht bij in het niet valt. Ze woonden de afgelopen jaren in de wijk Zijdebalen op vijf hoog en zijn onlangs toch verhuisd. Niet omdat het niet beviel. Dit zijn mensen die het koffietentje in het centrum van deze wijk, enorm waarderen en ook met het invallen van de Corona-maatregelen de afhaal ‘supporten’ met andere bewoners om deze voorziening overeind te houden. Ook de diversiteit aan mensen en een bepaalde mate van anonimiteit is iets dat zij als positief ervaren. Adrienne schreef een column met de titel ‘de filosofie van het huis’, waarbij zij haar oude huis in Zijdebalen met moeite achterlaat, ondanks de voordelen van hun nieuwe plek, met name voor hun jonge kinderen.

Het weer
Mijn opdracht was vooral het stadsleven van de bewoners te laten zien. En dan merk je wel hoeveel invloed ‘het weer’ heeft op het zichtbaar maken van de theorie van Jane Jacobs. Het valt mij ieder jaar weer op dat de start van de lente door vrijwel iedereen wordt ervaren als een ‘bevrijding’, waardoor mensen toegankelijk zijn op straat. Het betekent dat ik met deze dagen rekening houd. Vaak struin ik van te voren al door een wijk, om te kijken op welke plekken de zon valt en wanneer.  Of wanneer een bepaald ‘stedelijk decor’ goed tot zijn recht komt, de bootcamp wordt georganiseerd en waar mensen de publieke ruimte ‘zich toe-eigenen’ en dit een verrijking voor de wijk is. Wanneer je er echt vroeg bij bent, kan ik er ook nog mijn voordeel mee doen dat het groen nog ‘transparant’ is. Daardoor is de architectuur daarachter nog zichtbaar, terwijl de eerste mensen hun stoelen al buiten zetten.

Ontwerp en de stoep
Het zijn niet alleen de weersomstandigheden die invloed hebben op het leven op straat. In het ontwerp van deze wijk zitten slimme elementen waardoor het aangenamer wordt op de stoep. Allereerst zijn dat de auto’s van bewoners die onder de gebouwen worden geparkeerd. Daarmee ontstaat er veel meer ruimte en overzicht in de straten. Een tweede element dat hiermee samenhangt zijn de verspringende etages. Wanneer je de foto’s goed bekijkt, zie je dat de stoep en de vloer van de woningen niet gelijk zijn. Veel woningen hebben daardoor een soort souterrain (met daarachter de parkeergarage).  Het gevolg is dat mensen die op de stoep lopen niet direct de woonkamers binnenkijken. Juist daardoor zijn bewoners geneigd, de woonkamer op een halve verdieping boven straatniveau, ‘open’ te houden. Ook zijn er soms geveltrappen gecreëerd met een klein balkon die genoeg afstand biedt tussen bewoner en voorbijganger. Het bekende begrip ‘eyes on the street’ van Jane Jacobs, wordt hiermee als vanzelf gecreëerd en draagt daarmee bij aan het gevoel van veiligheid. Plantenbakken en banken vormen aangename details, bomen en kleurrijke vaste beplanting zorgen voor een plek waar bewoners graag verblijven en elkaar ontmoeten.


Onlangs maakte ik ook in opdracht van Rijnboutt het beeldessay ‘Werkt de stad?’